Het Dorent-Nelebroek, dat ook gedeeltelijk geklasseerd is als landschap, is vooral interessant voor zijn haagkanten langs de drassige weiden in de Zennevallei. In de haag groeit éénstijlige, maar ook de veel zeldzamere tweestijlige meidoorn, kardinaalsmuts, gelderse roos, hondsroos, rode kornoelje, vuilboom, sleedoorn en knotbomen van wilg en populier.
Onder impuls van natuurpunt werden in het gebied veel aanplantingen van deze bomen en struiken verricht in de weidegrenzen. In de niet begraasde graskanten en in enkele schrale weiden groeit en bloeit de zeldzame grote pimpernel. Door deze aanwezigheid is het gebied Europees erkend als habitatrichtlijngebied en geniet daardoor een speciale bescherming.
Tijdens een inventarisatie deze winter, werden op de takken van de sleedoorn eitjes gevonden van de sleedoornpage, een prachtige en bedreigde vlindersoort. Langs de randen van verschillende beken groeit gele lis, moersspirea, echte valeriaan, heelblaadje, moeraswalstro.... een 300-tal soorten planten zijn geteld. De struwelen en knotwilgen herbergen interessante broedvogels als steenuil, ransuil, roodborsttapuit, grasmus, kleine karekiet, buizerd, torenvalk .....
De “Oude Zenne” is een restant van een eerste rechttrekking van de Zenne in de 19de eeuw. Al is zij sterk vervuild, toch groeien er allerlei planten langs de bermen zoals riet, grote velden groot hoefblad. Vorige lente telden we een 150 planten knolsteenbreek, nog zo’n pracht en een zeldzaamheid. Het laatste najaar werd de aanwezigheid van grote egelskop vastgesteld. Ieder jaar is de blauwborst hier aanwezig en is het witgatje en de kleine plevier een frequente verschijning.
De zuidwestelijke grens wordt gemaakt door de sterk vervuilde, gebetonneerde en in het begin van de 20ste eeuw nog meer rechtgetrokken “Nieuwe Zenne”. Maar er is hoop, zuiveringsstations worden langzamerhand in werking gesteld.
Tussen de “Oude Zenne” en de “Nieuwe Zenne” liggen twee grote afgesneden Zennemeanders, die van de vuile Zennewaters afgesloten zijn. Hier broeden wilde eend, waterhoen, meerkoet, waarschijnlijk zelfs dodaars en krakeend. De randen zijn begroeid met watermunt, waterweegbree, gele waterkers, grote kattestaart, grote wederik... Het water is zeer rijk aan amfibieën met onder meer een grote populatie van de bedreigde kamsalamander. In de in de winter ondergelopen weiden en akkers pleisteren kluut, bergeend, wintertaling, blauwe reiger, meeuwen en kieviten.
Op het verhoogde talud naast het industrieterrein op de westgrens groeit veel kruidvlier. Insecten als de gekorrelde loopkever, oranjetip, kolonies graafwespen, gallen, maken onze insectenwerkgroep blij.
Het Dorentbos
Volledig ten noorden in het Dorent-Nelebroek ligt het Dorentbos, reservaat van Natuurpunt. Het is voornamelijk begroeid met wilg. Vanaf de Grimbergsesteenweg daalt de bodem vrij snel tussen het struikgewas. Naar achteren toe wordt de vegetatie meer open. Helemaal achteraan werd in 1999 door de Wielewaal een poel gegraven. De laatste inventarisatie leverde al 4 soorten amfibieën op. Dit jaar hopen we de kamsalamander te mogen verwelkomen.
Rond de poel en in het struikgewas zijn de bovenvermelde vogels en planten aanwezig. Interessant is de aanwezigheid van het groot warkruid. Jaarlijks dient rond de poel twee maal gemaaid te worden om de grond te verschralen en nog meer soorten planten te verkrijgen.
info nodig: mail naar